De keten van de wervelkolom: van voeten tot nek
In dit artikel leg ik uit hoe deze keten werkt, waarom klachten vaak op een andere plek worden gevoeld dan waar de oorzaak ligt, en hoe chiropractie deze hele keten meeneemt in onderzoek en behandeling. Het inzicht in deze samenhang is essentieel om klachten te verminderen en te voorkomen dat ze telkens terugkomen.
De keten begint bij de voeten
Je voeten zijn de eerste schakel in de keten. Zij bepalen hoe je staat en loopt. De stand van je voeten beïnvloedt de stand van je enkels, knieën, heupen en bekken. Dit heeft direct effect op de positie van de wervelkolom.
Wanneer je voet naar binnen zakt of wanneer je voetboog minder stabiel is, draait het onderbeen mee. Hierdoor verandert de positie van je knie en heup. De heup draait naar binnen of buiten en het bekken volgt. Dat betekent dat de hele wervelkolom zich moet aanpassen.
Dit kan leiden tot:
– extra spanning in de onderrug
– asymmetrische belasting
– veranderde beweging in het bekken
– verhoogde druk op tussenwervelschijven
– veranderde spieractivatie in de lage rug
Veel mensen zijn zich niet bewust van deze keten. De klacht lijkt in de rug te zitten, maar begint soms bij de voetstabiliteit.
De rol van de enkels en knieën
De enkel bepaalt hoeveel schok jouw lichaam opvangt tijdens lopen en rennen. Een stijve enkel beperkt de knie en heup in hun bewegingsvrijheid. Dit verhoogt de belasting op de lage rug. Daarom ervaren mensen met beperkte enkelmobiliteit vaak rugpijn bij wandelen of traplopen.
De knie is geen rotatiegewricht, maar draait wel iets mee met de heup en enkel. Wanneer de knie uit lijn beweegt, moet de rug compenseren. Dat geeft trekkende pijn of een stijf gevoel in de lage rug.
Kleine afwijkingen in de enkel- en kniestand kunnen dus een groot effect hebben op de wervelkolom. De rug is vaak het deel dat de fout moet opvangen.

Het bekken als centrale schakel
Het bekken is het draaipunt van de keten. Het verbindt de benen met de wervelkolom. De stand van het bekken bepaalt de kromming van de onderrug. Wanneer het bekken te ver naar voren kantelt, wordt de onderrug te hol. Dit verhoogt de druk op de facetgewrichten. Wanneer het bekken te ver naar achter kantelt, wordt de onderrug te vlak. Dit verhoogt de druk op de schijven.
Het bekken reageert direct op:
– voetstand
– bekkenbodemspanning
– heupmobiliteit
– rompspanning
– dagelijkse belasting
Wanneer het bekken niet stabiel is, moet de lage rug meer dempen dan normaal. Dit geeft lage rugpijn en soms uitstraling naar de bil.
Het SI-gewricht is hierbij een belangrijke schakel. Dit gewricht vangt krachten op vanuit de benen. Wanneer het SI-gewricht te weinig beweegt, krijgt de wervelkolom meer belasting te verwerken. Wanneer het te veel beweegt, raakt het segment instabiel. Beide situaties kunnen klachten geven.
De heupen sturen de beweging van de onderrug
De heup bepaalt hoe vrij de lage rug kan bewegen. Een stijve heup beperkt rotatie en buiging. De rug gaat dan meer bewegen om het tekort aan heupbeweging te compenseren. Dit geeft trekkende lage rugpijn of een gevoel van blokkeren.
Heupmobiliteit is essentieel voor:
– traplopen
– staan
– lopen
– draaien
– opstaan uit een stoel
Een heup die niet goed beweegt maakt de wervelkolom kwetsbaarder. Veel rugklachten verminderen direct wanneer de heup beter beweegt.

De rol van de bovenrug
De bovenrug is een belangrijke schakel tussen de lage rug en de nek. Een stijve bovenrug dwingt de nek tot overmatige beweging. Dit verhoogt de belasting op de nekwervels, de tussenwervelschijven en de zenuwwortels. Hierdoor ontstaan nekklachten, hoofdpijn of uitstralende pijn naar de arm.
Veel mensen draaien vooral vanuit de nek en te weinig vanuit de bovenrug. Dat geeft spanning in de nekspieren en overbelasting van de nekwervels. Buigen, strekken en roteren worden zwaarder voor de nek wanneer de bovenrug niet meebeweegt.
Een soepele bovenrug beschermt de nek en maakt bewegingen efficiënter.
De keten eindigt in de nek
De nek moet de bewegingen van het hele lichaam verwerken. Wanneer de keten niet optimaal werkt, krijgt de nek te veel statische belasting. Dit geeft:
– nekpijn
– hoofdpijn
– spanning tussen de schouderbladen
– uitstralende armklachten
– stijfheid bij draaien
Een goed functionerende keten verdeelt krachten van onder naar boven. Wanneer één schakel uitvalt, moet de nek compenseren.
Waarom klachten vaak op een andere plek worden gevoeld
Pijn wordt niet altijd gevoeld op de plek waar het ontstaat. De wervelkolom en de spieren vormen één functionele eenheid. Wanneer een gewricht of spier in de keten niet goed functioneert, compenseren andere delen. Dat geeft klachten op de zwakke plek.
Een voorbeeld: Een stijve enkel geeft extra rotatiebelasting op het bekken. Het SI-gewricht moet harder werken. De bovenrug verandert van stand. De nek spant extra om de houding in balans te houden. De pijn wordt gevoeld in de nek, niet in de enkel.
Dit verklaart waarom lokale behandeling soms weinig effect heeft wanneer de keten niet wordt meegenomen.

Hoe chiropractie naar de hele keten kijkt
Chiropractie richt zich op de wervelkolom, maar kijkt altijd naar de keten daaromheen. De wervelkolom werkt nooit los van de rest. Daarom onderzoekt een chiropractor:
– de stand van de voeten
– mobiliteit van de enkel
– stabiliteit van de knie
– bewegingsvrijheid van de heup
– positie en beweging van het bekken
– mobiliteit van de bovenrug
– rotatie en stabiliteit van de nek
Door deze keten volledig te beoordelen kan de echte oorzaak van het probleem worden gevonden. De behandeling wordt afgestemd op het hele systeem. Zo wordt niet alleen de pijn verlicht, maar ook de oorzaak aangepakt.
Hoe behandeling in de keten werkt
Een effectieve behandeling richt zich op meerdere schakels tegelijk.
Restauratie van beweging in de wervelkolom: Kleine bewegingen herstellen de keten van boven naar beneden.
Mobilisatie van de heup en bovenrug: Dit vermindert compensatie in de lage rug en nek.
Correctie van voet- en bekkenstand: Dit verbetert de belasting op de wervelkolom.
Activatie van diepe stabiliserende spieren: Diep gelegen spieren houden de keten stabiel.
Verbeteren van houding en bewegingspatronen: Dit vermindert terugkerende belasting.
Wanneer deze stappen worden gecombineerd, verandert je hele bewegingspatroon. De klachten nemen af en komen minder snel terug.
Wat jij zelf kunt doen
Je kunt de keten versterken door kleine aanpassingen in je dagelijkse leven.
Loop regelmatig: Wandelen activeert de hele keten.
Let op je voeten: Draag schoenen die je voetboog ondersteunen.
Versterk je heupen: Eenvoudige oefeningen zoals heupbruggen en zijwaartse stappen zijn effectief.
Mobiliseer je bovenrug: Lichte rotatie- en strekbewegingen helpen enorm.
Varieer tijdens het zitten: Wissel tussen verschillende houdingen.
Gebruik je benen bij tillen: Dit beschermt de lage rug.
Hoe beter de keten werkt, hoe minder de wervelkolom hoeft te compenseren.

Conclusie
De wervelkolom is onderdeel van een keten die loopt van de voeten tot de nek. Elk onderdeel beïnvloedt het geheel. Wanneer één schakel minder goed functioneert, moet een andere schakel compenseren. Dit kan leiden tot rugpijn, nekpijn, heuppijn, voetklachten en uitstralende pijn. Chiropractie kijkt naar de hele keten en behandelt alle schakels die betrokken zijn. Door de keten in balans te brengen, vermindert de belasting op de wervelkolom en komt er meer ruimte voor herstel.
❓ FAQ – De keten van de wervelkolom
De keten is de verbinding tussen voeten, benen, bekken, rug en nek. Alles werkt samen.
Omdat voetstand invloed heeft op knie, heup en bekken. De rug moet dan compenseren.
Wanneer je moeite hebt met draaien, traplopen of opstaan, speelt de heup vaak een rol.
Omdat een stijve bovenrug de nek dwingt om extra te bewegen.
Door beweging te herstellen in alle schakels, niet alleen in het pijngebied.

MoveWell Zeist
Het is onze missie om u goed te laten bewegen zonder klachten. Move well, feel better!
